Compositie

Compositie

Compositie speelt een cruciale rol in het maken van aantrekkelijke foto's. Er zijn enkele basisregels die je helpen om meer balans en focus in je foto's te krijgen: eenvoud, de regel van derden, lijnen en vormen, en kadering. Deze principes zie je vaak in foto's, maar misschien heb je er niet bewust bij stilgestaan. Na het lezen van deze tips zal je merken dat je foto's direct verbeteren, en dat je ook meer aandacht krijgt voor foto's in advertenties, tijdschriften, en op billboards. Met wat oefening zul je deze regels vanzelf toepassen of bewust breken om creatievere foto's te maken.

Eenvoud

Een van de krachtigste principes van compositie is eenvoud. Houd het beeld rustig en zorg ervoor dat je kijker meteen begrijpt wat het hoofdonderwerp is. Vermijd afleiding door niet te veel elementen in het frame op te nemen. Probeer het hoofdonderwerp op de voorgrond te plaatsen en gebruik een neutrale of vage achtergrond. Dit kun je bereiken door een laag diafragmagetal (grote lensopening) te gebruiken, wat de achtergrond onscherp maakt. Soms is een kleine verandering in standpunt al genoeg om storende objecten buiten beeld te laten. Stap een beetje naar links, rechts of zoom wat verder in om afleidende elementen te vermijden.

De Regel van Derden

De regel van derden, ook wel de 'regel-van-drieën' genoemd, is een eenvoudige maar effectieve compositietechniek. In plaats van het onderwerp in het midden van de foto te plaatsen, verdeel je het beeld denkbeeldig in drie horizontale en drie verticale lijnen, zodat er vier snijpunten ontstaan. Plaats het belangrijkste onderdeel van je foto op een van deze snijpunten voor een visueel aantrekkelijke compositie.

Bij landschapsfoto's plaats je de horizon bijvoorbeeld niet in het midden, maar op de bovenste of onderste lijn. Bij een indrukwekkende lucht kan de horizon op de onderste lijn staan, terwijl bij een saaie lucht de horizon beter op de bovenste lijn geplaatst kan worden. Dit zorgt voor een betere balans in je foto. Experimenteer door het onderwerp op verschillende snijpunten te plaatsen en kijk wat het beste werkt voor jouw foto.

De foto van de vuurtoren geeft een voorbeeld van de regel-van-drieën. Het onderwerp, de vuurtoren in een verder kale zandvlakte, bevindt zich op een van de weergegeven snijpunten. Als de vuurtoren in het midden van de foto was geplaatst, zou een heel stijf beeld zijn ontstaan. Probeer tijdens het fotograferen verschillende foto's te maken waarbij je het onderwerp iedere keer op een ander snijpunt plaatst of waarbij je de horizon verplaatst. We zijn gewend van links naar rechts te kijken en hetzelfde geldt ook als we een foto bekijken. Het onderwerp komt daarom het meest tot zijn recht als het aan de linkerkant van het beeld wordt geplaatst.

Vuurtoren in zandlandschap

Lijnen en Vormen

Lijnen zijn krachtige elementen in een foto. Ze kunnen de kijker door het beeld leiden en zorgen voor dynamiek en diepte. Denk bijvoorbeeld aan een weg die van de voorgrond naar de achtergrond loopt of een hek dat diagonaal door het beeld gaat. Deze lijnen trekken de blik van de kijker naar het hoofdonderwerp en geven je foto een gevoel van richting. Lijnen van linksonder naar rechtsboven kunnen bijvoorbeeld de foto "openen" en een gevoel van beweging geven.

Naast lijnen kunnen ook vormen zoals cirkels, vierkanten en driehoeken structuur en rust geven aan je foto. Kijk niet alleen naar de individuele objecten, maar probeer te zoeken naar vormen die ontstaan door de relatie tussen verschillende elementen in de foto. Deze vormen geven een harmonieuze compositie en helpen de kijker om het beeld op een gestructureerde manier te bekijken.

Kadering

Kadering is een techniek waarbij je het hoofdonderwerp omlijst door objecten in de voorgrond. Dit kan je foto extra diepte geven en de aandacht naar het hoofdonderwerp leiden. Een klassiek voorbeeld is het fotograferen van een landschap door de takken van een boom in de voorgrond. De natuurlijke omlijsting zorgt ervoor dat het oog van de kijker naar het onderwerp wordt geleid.

Let er wel op dat de elementen die je gebruikt voor kadering passen bij de sfeer van de foto. Te veel of te opvallende objecten in de voorgrond kunnen juist storend werken. Zorg er ook voor dat de elementen 'de foto in wijzen'. Mensen, dieren, of pijlen die naar buiten wijzen, kunnen het oog van de kijker afleiden van het hoofdonderwerp.

Extra Tips

Gebruik de horizon correct

Probeer de horizon altijd recht te houden in je foto's. Een scheve horizon kan een foto rommelig en onprofessioneel laten ogen. Als je bewust kiest voor een scheve horizon, zorg er dan voor dat dit een duidelijk doel dient, zoals het creëren van een dramatisch of artistiek effect.

Negatieve ruimte

Negatieve ruimte is de lege ruimte rondom het hoofdonderwerp van je foto. Door gebruik te maken van negatieve ruimte kan je onderwerp nog sterker naar voren komen. Het zorgt voor rust in de compositie en legt de nadruk op het belangrijkste element van je foto.

Experimenteer met verschillende perspectieven

De hoek van waaruit je een foto neemt, kan een enorm verschil maken. Experimenteer met verschillende standpunten zoals vogelperspectief (van bovenaf) of kikvorsperspectief (van onderaf) om je composities interessanter en dynamischer te maken.

Door deze basisregels toe te passen en te experimenteren, zal je al snel merken dat je fotografie aanzienlijk verbetert. Fotografie is een kwestie van veel oefenen, dus neem de tijd om deze technieken onder de knie te krijgen.

Hulplijnen

Een aantal camera's biedt de mogelijkheid om hulplijnen in de zoeker of lcd scherm te projecteren. Naast een hulpmiddel om de foto in evenwicht te houden, is het hiermee veel eenvoudiger om de regel-van-drieën toe te passen.

Oefening

Maak een drietal landschapfoto's (bijvoorbeeld van een weiland, duin of strand). Plaats de horizon in het midden van het beeld, op de denkbeeldige onderste en op de denkbeeldige bovenste lijn. Merk op dat het beeld aantrekkelijk is wanneer de horizon zich niet in het midden van het beeld bevindt.

Gulden snede

De gulden snede is vergelijkbaar met de regel-van-drieën met een klein verschil. Ook hierbij is het beeld in negen vakken verdeeld maar met een andere verhouding. In de regel-van-drieën zijn alle negen vlakken even groot, bij de gulden snede zijn de vier vlakken in de hoeken groter. De lijnen liggen dus dichter bij elkaar.